Cojones

De fietsersbond is vragende partij om gans het centrum ten zuiden van de R41 en ten noorden van de N9 zone 30 te maken. In Het Laatste Nieuws van 19 april 2016 reageren verschillende politici van de meerderheid op deze vraag. Hoewel er eerder sprake was van een akkoord, lijkt dit vandaag min of meer op de helling te staan.

Burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) heeft vragen bij de afdwingbaarheid van een zone 30. Er zijn immers te weinig middelen om overtreders niet enkel te betrappen, maar ook om ze achteraf te bestraffen. Dit is toch wel een zeer bizarre stelling van onze burgervader. Als een zone 30 niet afdwingbaar is, dan is een zone 50, zoals deze nu is, ook niet afdwingbaar. In een zone 30 worden chauffeurs er gewoon op geattendeerd dat de wagen niet het belangrijkste vervoersmiddel is. Deze gebieden laten automobilisten beseffen dat ze hun rijgedrag, nog meer dan elders, moeten aanpassen aan trage weggebruikers. Een zone 30 kan dus gezien worden als een hulpmiddel om een mentaliteitswijziging te bevorderen, eerder dan een absolute regel die ten allen tijde bestraft moet worden bij overtreding. Er moet geen heksenjacht begonnen worden op auto’s die 40 rijden in een zone 30. We hebben liever automobilisten met oog op fietsers dan op de teller. In de stad verplaatsen we ons op het ritme van de fietser, moet de boodschap zijn.

Eddy Couckuyt (CD&V) pleit om eerst infrastructuuraanpassingen te doen alvorens de regels aan te passen. Het is grappig dat dit aangehaald wordt, want het wegbeeld in de meeste centrumstraten is het wegbeeld van een zone 30. Het tegendeel is dus waar. In de straten waar men de 50 wil behouden, zouden infrastructuuraanpassingen nodig zijn, zoals het aanleggen van een fietspad. Eerlijk? Welke straten binnen de ring zijn geschikt om tegen 50 door te razen? In dichtbewoond gebied? Met de talrijke scholen? Met ontelbare zijstraten? Met veel gemengd verkeer? Zeer weinig.

Schepen van mobiliteit Dylan Casaer (SD&P) is het plan wel genegen, maar wenst, als compromis met de twijfelaars binnen de coalitie, het gebied te beperken tot de kern binnen de Wallen. Eigenlijk is de fietsersbond met de vraag om een zone 30 in te richten binnen de stadsring nog veel te braaf. Er zou moeten geëist worden dat al deze straten fietsstraat, verkeerarm of verkeersvrij worden, met uitzondering van enkele noodzakelijke invalswegen die dan eventueel zone 30 kunnen worden of zone 50 kunnen blijven. Zone 30 in gans het gebied lijkt op deze manier reeds een compromis. Dit is het absolute minimum als men de positie van de fietser in de stadskern wil opwaarderen.

De argumenten om geen of slechts een beperkte invoering van de zone 30 te doen zijn drogredenen. Ze lijken enkel bedoeld om het plan uit te stellen of totaal niet door te voeren. Iedereen is het er over eens dat een zone 30 veiliger is. Wellicht is iedereen het er ook over eens dat door het hogere veiligheidsgevoel meer mensen de fiets zullen nemen en ouders met meer vertrouwen hun kinderen naar school laten fietsen. Logisch gevolg is dat er minder wagens in ons centrum zullen rijden. Waar zijn die beleidsmakers dan zo bang van? Van de achterban in de blikken dozen op wielen? Van de roepers op Facebook?

Het ontbreekt de politici gewoon aan een koppel cojones, een paar stevige kloten aan het lijf om deze beslissing te nemen en ook effectief uit te voeren. Men heeft gewoon de moed en het lef nodig om ons stadscentrum op korte termijn fietsvriendelijker en leefbaarder te maken.

Hopelijk is de vrees dat dit over de verkiezingen zal getild worden ongegrond. Het is nog anderhalf jaar tot de nieuwe stembusslag. Tijd genoeg om te bewijzen dat dit plan een positief effect kan hebben op de mobiliteit in de stad.

Beste politici, wij hebben een hart voor zone 30, hopelijk jullie de cojones om ze in te voeren.

© Gastschrijver : Wim Daelman

Plaats een reactie